Sterven

Geboren worden is een unieke gebeurtenis in ons bestaan. Sterven is de enige zekerheid die wij hebben in ons leven en een even zo unieke opgave. Veel mensen willen deze laatste fase in hun eigen omgeving doorbrengen. Voor direct betrokkenen kan dat heel zwaar zijn, zowel geestelijk als lichamelijk. Weerschijn, praktijk voor afscheidsbegeleiding en rouwverwerking kan daarbij tot steun zijn. Het gaat dan vooral om emotionele, geestelijke en spirituele zorg als aanvulling op de strikt medische en technische zorg.

In de loop van het leven ontwikkelen mensen een eigen wijze van omgaan met existentiële vragen; vragen over het bestaan, over leven en dood. De wijze waarop men reageert op ziekte, sterven en dood wordt bepaald door het eigen levensverhaal. Welke eerdere verliezen zijn er geweest en hoe is daar mee omgegaan. Hoe hebben die met andere woorden een plaats gekregen in iemands levensgeschiedenis. Het sterven is de meest ingrijpende levenservaring en een opgave die zo uniek is als de mens zelf. Iedereen maakt op eigen wijze de balans op van zijn of haar leven. Vragen komen op over de zin van het bestaan. Heb ik er toe gedaan, heeft mijn leven zin gehad? Vanaf het moment dat iemand te horen krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is en zal gaan sterven, doen zich vele, soms tegenstrijdige emoties voor.
Een moeizaam proces waarbij angst en onzekerheid een grote rol spelen. De angst gescheiden te worden van wie men lief heeft, de angst voor pijn, voor hoe me zal sterven en de angst en onzekerheid voor het onbekende, voor wat komen gaat. En hoe gaan wij om met de tijd die ons rest? Zijn wij in staat onafgemaakte kwesties af te ronden, te vergeven en relaties te helen? De levenshouding die gedurende het leven is ontwikkeld op basis van welke geloofsovertuiging of inspiratiebron dan ook, is hierbij van groot belang.

Volgens Elisabeth Kübler-Ross verloopt ieder rouwproces volgens een vast patroon en zij ontwikkelde het stadia-model. Eerst is er de ontkenning, daarna het marchanderen, gevolgd door verdriet en tenslotte aanvaarding en liefde. Haar theorie is een hele belangrijke geworden in onze Westerse wereld en ik onderschrijf de waarde van haar theorie en haar werk. Zelf spreek ik echter liever niet over stadia, omdat een stadium een afgerond iets lijkt te zijn. De ervaring leert echter dat alle elementen op onverwachte momenten terug kunnen komen.
Mensen denken dan nog al eens terug te vallen, maar wat feitelijk gebeurt is dat het verlies op een dieper bewustzijnsniveau wordt opgenomen. Verdriet groeit, met andere woorden, mee met de eigen ontwikkeling en krijgt daarmee een plaats in het levensverhaal van deze mens. Het rouwproces geldt evenzeer voor de stervende die afscheid neemt van het leven, van alles wat hem lief en vertrouwd was. Bange voorgevoelens, woede of jaloezie, angst, eenzaamheid of depressie tot aan het onder ogen zien van het onafwendbare levenseinde.

Een andere benadering binnen het stervensproces komt voort uit het boeddhisme en betreft de vier elementen. Als eerste verdwijnt het element aarde. De lichaamskracht neemt af evenals gewicht en materie. De energie loopt terug. Daarna verdwijnt het element water, waardoor het lichaam uitdroogt. Verlies van lichaamsvochten als urine, overmatige transpiratie, loopneus, etc. Vervolgens verdwijnt het element vuur. Mensen hebben het koud, de warmte trekt zich terug uit het lichaam, te beginnen bij handen, voeten, oren en neus. Tot slot verdwijnt het element lucht. Het ademen wordt oppervlakkiger en er kan sprake zijn van benauwdheid tot dat uiteindelijk de adem stopt. Daarnaast zijn er de subtielere energieën die oplossen.

En vaak worden emoties nogal eens afgereageerd op de directe naasten. Ook krijgt God nogal eens de schuld van al het lijden (zie onder individuele rouwbegeleiding). Van de begeleider vraagt het een geconcentreerd aanwezig zijn. Stil worden is daarbij essentieel. Vanuit de stilte kan ruimte ontstaan. Ruimte om innerlijke gevoelens gewaar te worden, deze toe te staan in het bewustzijn, zodat ze vervolgens kunnen worden geïntegreerd als behorend bij deze mens. Pas dan zullen die gevoelens geen rol meer hoeven spelen in die zin dat ze je uit balans brengen en kunnen zij feitelijk worden losgelaten. Vanuit de ervaren ruimte kun je de ander werkelijk nabij zijn. Het is goed te beseffen dat wat wij in essentie zijn, slechts tijdelijk gebruik maakt van een aards lichaam. Het is de manier waarop wij kunnen leven, ervaren en leren. De ziel weet maar al te goed wanneer het zijn tijd is en als ook wij aanvoelen dat de tijd gekomen is voor de stervende, dan moeten wij hem liefdevol laten gaan.